0
Beregeningssysteem winterklaar maken

Beregeningssysteem winterklaar maken

Vóór de eerste vorst optreedt dient het water verwijderd te worden uit de leidingen, kleppen en sproeikoppen van het beregeningssysteem om (vorst)schade te voorkomen. Maak je bij de beregening gebruik van een pomp, dan moet je ook je pomp afkoppelen en vorstvrij opbergen. Hoe je dat doet lees je op de pagina pompen vorstvrij opbergen. Het winterklaar maken van het beregeningssysteem kan gebeuren door middel van drie technieken;

  • De handmatige aftapkraanmethode
  • Het automatische aftapkraansysteem
  • De doorblaasmethode

Op deze pagina wordt de laatste methode, de doorblaasmethode, uitgelicht. De doorblaasmethode is de enige manier om zeker te weten dat het water uit het systeem is verwijderd. 

Voorbereiding doorblaasmethode

Voordat je aan de slag gaat met de doorblaasmethode, is het van uiterst belang om rekening te houden met de volgende onderdelen.

Juiste luchtvolume
Perslucht wordt gebruikt om water door alle onderdelen van het beregeningssysteem te persen, met inbegrip van de hoofdleiding, kleppen, de aftakkingen en door de sproeikoppen naar buiten. Om het juiste luchtvolume te krijgen moet je een compressor gebruiken die een luchtvolume van 560 liter/min tot 700 liter/min kan leveren. De benodigde luchtvolume is afhankelijk van de grootte van de beregening. Met een een kleine compressor moet je het leegblazen vaker herhalen om het systeem volledig leeg te blazen.

Luchtdruk
De luchtdruk mag tijdens het doorblazen niet hoger zijn dan 3,4 bar (50 psi).

Gebruik een drukregelventiel
Er moet een drukregelventiel worden gebruikt om overdruk van het systeem te voorkomen. Het luchtvolume moet hoog zijn en de luchtdruk laag. Deze combinatie van hoog volume/lage druk zal de schade die tijdens het winterklaar maken kan ontstaan tot een minimum beperken. Het is zeer belangrijk dat je de juiste luchtcompressor voor de klus kiest. Sommige kleine compressoren hebben misschien niet voldoende vermogen om het winterklaar maken van de installatie naar behoren uit te voeren.

Luchtcompressor
Vermijd het gebruik van een luchtcompressor die is voorzien van een hoge druk (8 bar, 120 psi) en laag volume om water uit het systeem te blazen. Het wordt ook afgeraden om druk in het reservoir van de compressor en de hoofdleiding op te bouwen met de intentie het gebrek aan compressorgrootte te compenseren. Wanneer de sproei-afsluiter geopend wordt zal de druk dan veel te hoog zijn. Dit is een gevaarlijke methode die alle onderdelen van het systeem zwaar belast.

Voorkom overdruk van het systeem
Laat de compressor niet draaien zonder dat ten minste één klep open staat. Dit verkleint de kans dat er overdruk in het systeem ontstaat. Het is een veel voorkomend misverstand dat als het systeem een waterdruk van 8 bar (120 psi) kan weerstaan, een vergelijkbare luchtdruk het systeem niet zal beschadigen. Dit is niet waar! De viscositeit van lucht is veel lager dan die van water, waardoor veel hogere spanningen ontstaan die ernstige schade aan het systeem kunnen toebrengen.

Aparte voorziening op de hoofdleiding
Er moet een aparte voorziening zijn op de hoofdleiding van het sproeisysteem om de luchtslang aan te sluiten. Dit kan een snelkoppeling zijn, een kogelkraan, een aangesloten ‘t-stuk’ of gewoon een afgedopte pijp in de leiding. Deze adapter moet zo dicht mogelijk bij de waterbron worden geplaatst.

Belangrijke informatie

Zodra de doorblaasmethode niet op de juiste wijze wordt toegepast kan dit risico's met zich meebrengen. Om deze risico's te vermijden moet er rekening gehouden worden met de volgende waarschuwingen.

  • Draag goedgekeurde oogbescherming.

  • Bij het doorblazen van het systeem moet uiterst voorzichtig te werk gegaan worden om overdruk te voorkomen die kleppen of sproeileidingen kan beschadigen of lichamelijk letsel kan veroorzaken door rondvliegende brokstukken.

  • Ga tijdens het doorblazen niet boven de besproeiingsonderdelen (leidingen, sproeiers en kleppen) staan.

  • De luchtdruk mag niet hoger zijn dan 50 psi.

  • De compressor moet een luchtvolume van 0,56 tot 0,70 m3/min kunnen leveren.

  • Laat de apparatuur niet langer dan 1 minuut op lucht werken.

  • Laat de luchtcompressor niet draaien zonder dat eerst een regelklep van een besproeiingszone is geopend, vanaf het opstarten tot het uitschakelen van de compressor.

Procedure

Het volgende stappenplan betreft de doorblaasprocedure die de sproeiregelkleppen vanaf de timer activeert.

  1. Sluit de hoofdafsluiter van de sproeiers.

  2. Ontlast de waterdruk op de hoofdlijn door een circuit, of zone van de timer te activeren. Activeer het circuit dat het verst van de luchtaansluiting verwijderd is voordat je lucht in de leidingen brengt.

  3. Bevestig de compressorslang aan de doorblaasadapter.

  4. Zet het drukregelventiel op de compressor op 50 psi.

  5. Zet de compressor aan. Verhoog geleidelijk de luchtstroom totdat de sproeiers omhoog komen. De benodigde hoeveelheid lucht of volume is afhankelijk van de lengte van de leiding en het aantal sproeikoppen.

  6. Langdurige hitte van de perslucht kan de leiding en andere onderdelen beschadigen.

    Blaas een circuit NIET langer dan 1 minuut aan een stuk door. Schakel over naar een  ander station, of zone, door de timer naar het volgende circuit te zetten.

    Zet de timer op GEEN ENKEL moment uit tijdens deze operatie totdat de compressor eerst is uitgeschakeld.

  7. Om zeker te zijn dat de leidingen voldoende worden afgevoerd, herhaal je de cyclus twee of meer keer door elke zone via de timer te activeren, totdat er niet meer dan een fijne nevel uit de koppen komt. Veel sproeiers die gebruik maken van kunststof tandwielen in hun aandrijfmechanismen gebruiken ook water voor smering en koeling. Indien een circuit gedurende langere tijd alleen lucht verwerkt, bestaat er een aanzienlijk risico dat het aandrijfmechanisme van de sproeier beschadigd raakt.

  8. Laat, nadat alle zones zijn uitgeblazen, één zone ingeschakeld terwijl je de compressor uitschakelt. Zet de compressor op dat moment uit.

  9. Koppel de compressor los van de adapter aan de hoofdleiding van het sproeisysteem.

  10. Zet de timer op "Off".


Heb je vragen over onderhoud van jouw beregeningsinstallatie? Neem gerust contact op met ons, we helpen je graag verder.

Vraag onze kenners

Heb je vragen over artikelen of diensten of kun je ondersteuning gebruiken bij jouw project? Persoonlijk advies is bij Wildkamp altijd binnen handbereik. We staan graag voor je klaar om je te helpen. Samen komen we verder!

Live Chat

Stel direct jouw vraag aan één van onze kenners. Op werkdagen van 08:00 - 19:30 uur

Telefoon

Bel 0523 68 75 10 voor telefonische ondersteuning. Op werkdagen van 07:30 - 19:30 uur

WhatsApp

Voeg ons nummer 0523 687500 toe aan jouw contactlijst en stuur ons een appje. Op werkdagen van 08:00 - 19:30 uur

E-mail

Stuur een bericht naar verkoop@wildkamp.nl en we nemen contact met je op. Altijd antwoord binnen 1 werkdag

Ontdek de Wildkamp app!

Ontdek de Wildkamp app

Bestel altijd en overal eenvoudig online of gebruik de handige scanfunctie in de vestiging om sneller te winkelen.